Jiu Jitsu ?

Een traditionele vechtsport is gebonden aan regels, Jiu Jitsu daarentegen is bij uitstek een krijgskunst, gebaseerd op de aanval van een tegenstander vanuit alle denkbare posities en vanuit diverse vechtdisciplines zoals Judo, Karate, Aikido. Dit impliceert een verdediging die gebruik maakt van de meest geschikte technieken tegen die aanval. Dat dit gepaard kan gaan met technieken die als onsportief en oneerlijk worden beschouwd in de reguliere vechtsporten, kenmerkt nu net het Jiu Jitsu.

We vernemen wel eens de vragen en bemerkingen: ‘is dit wel iets voor mij ?’, ‘ik ben niet zo sportief, kan ik dit wel aan ?’, ‘moet ik echt leren vallen ?’, ‘ik kan niet mee met die jonge gasten’,…

Ben je geïnteresseerd in de oosterse filosofie en bewegingsleer en wil je je leren verdedigen door de kracht van de tegenstander weg te nemen ? Of,… Wil je misschien vol doorgaan in de technieken en er een cardio oefening van maken ? Dit kan bij ons allemaal. Je maakt je eigen ‘ik’, je eigen ‘Jiu Jitsuka’ zoals je dit zelf wil en op je eigen tempo.

De grote verbondenheid tussen onze leden en het idealisme van de lesgevers maakt het aantrekkelijk voor iedereen ! En dit willen we zo houden.

Hoewel het ontstaan van het jiu-jitsu gehuld is in de nevelen der tijd, zijn er toch voldoende gegevens die aantonen dat het jiu-jitsu in Japan ontwikkeld werd door de samurai gedurende de feodale tijd (12de eeuw).
De strijd op het slagveld werd in ten eerste beslecht door het gebruik van boog en pijl (Kyu-jitsu), de lans (So-jitsu) en het zwaard (Ken-jitsu).
Als de samurai ontwapend werd, moest hij ongewapend kunnen vechten, daarom werd er als aanvulling het kumi uchi beoefend.
Na 1600 onderging het kumi uchi veranderingen en gebruikte men meer de term jiu-jitsu.

Voordien kende men ook het sumai, voorloper van het sumo worstelen, waarvan al meldingen gemaakt werd in het jaar 720, toen de geschiedenis van Japan op schrift werd gesteld. Ook andere benamingen van ongewapend vechten, meestal als aanvulling op een gewapende kunst kwamen voor: yawara, tai-jitsu, wa-jitsu.
Het echte begin van jiu-jitsu situeert zich rond 1600-1650 met het ontstaan van verschillende scholen, waarvan Kito Ryu en Tenshin-Shinyo Ryu de voornaamste waren.

Elke school specialiseerde zich in eigen technieken, opgetekend in geheime schriften (densho). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen scholen die de oude kunsten
zouden aanleren van voor het Meiji tijdperk (1868 – heden: einde feodalisme, samurai verloren hun privileges) en nadien, meer bepaald Koryu en Gendai.

Gedurende vele oorlogsperiodes was er ook een grote noodzaak aan spionnen; de ninja werden gerekruteerd uit de laagste bevolkingsgroep, de hinin.

Ook ninjitsu werd later in ryu onderwezen zoals in de Tenshin Shoden Katori Shinto Ryu.

Jiu-jitsu is duidelijk geen Japanse uitvinding, maar heeft zijn oorsprong in China. Het heeft wel een typische Japanse stempel gekregen. Over hoe hetjiu-jitsu zijn intrede
vond in Japan bestaan verschillende theorieën/legenden.

De legende van Akiyama is de meest geloofwaardige bron.

DE LEGENDE VAN AKIYAMA

In 1690 reisde een Japanse dokter Aklyama naar China om zijn studies in anatomie te voltooien. Op zijn reizen maakte hij in Mantjoerije kennis met een religieuze sekte die er en zeer bijzondere verdedigingskunst op nahield, gebaseerd op de anatomische kennis van het menselijke lichaam.

Pas na veel aandnnqenwerd de dokter in deze sekte opgenomen, maar mocht de technieken enkel bekijken en niet zelf beoefenen. Terug in Japan besloot hij de technieken aän zijn volk te onderwijzen. Ondanks zijn grote anatomische kennis slaagde hij er niet in de technieken praktisch uit te voeren.
De oplossing kwam in de winter.
De bomen in zijn tuin waren ondergesneeuwd. De kersentakken braken onder de zware vracht, maar de wilgentakken bogen en lieten de sneeuw van zich afglijden waarna zij zich onbeschadigd terug oprichtten. Hij paste dit principe van \”meegeven om te overwinnen\” toe op de technieken en ontwikkelde zo het jiu-jitsu.
Samen met Yamamoto, een politieagent, was Akiyama de voorvader van de Tenshintoschool, gesticht door lso en Fukuda, die 124 zelfverdedigingstechnieken onderwezen.

Het was in deze school dat Jigoro Kano voor het eerst kennis maakte met de zelfverdediging en met de basisprincipes die nu nog altijd van toepassing zijn:

  • let altijd op de ogen van de aanvaller;
  • techniek primeert boven kracht;
  • beweeg je steeds, soepel en eenvoudig;
  • de innerlijke kracht moet vanuit de \”ki\” komen;
  • het zwaartepunt moet steeds laag gehouden worden;
  • benut steeds de zijkant van de aanvaller en breng
    hem uit zijn evenwicht.

KI
Ki (Chinees: Chi) is de levende energie, de kracht die elke bestaan in het universum verband geeft n in standhoudt.

Ki zetelt in de onderbuik (hara). Ideaal gezien is het de mentale en spirituele kracht die wordt opgewekt door concentratie en ademhaling, die kan worden toegepast voor een fysieke inspanning. Deze gecentraliseerde energie, die elke mens in zich heeft, kan zich manifesteren bij de beoefening van vrijwel elke Oosterse vechtkunst.

JIGORO KANO

Meester Jigoro Kano, geboren op 28-10-1860 in het dorp Mikage als derde zoon, verhuisde in 1871 met zijn familie naar Tokio waar hij studeerde aan de Keizerlijke Universiteit. Hij behaalde achtereenvolgens een graad in de economische
en politieke wetenschappen en een doctoraat in de filosofie. Hij werd ten slotte professor in de school voor de adel en bekleedde later nog talloze hoge posten.

Klein en tenger van lichaamsbouw besloot hij jiu-jitsu te leren. Meester Teinosuke Yagi onderwees hem en later studeerde hij nog bij meesters Fukuda en lso van de Tenshin-Shinyo Ryu en bij Ikubo van Kito Ryu. In 1882 opende Jigoro Kano zijn eigen school, de Kodokan en onderwees hij zijn eigen methode Judo. Hij stierf op 04/05/1938 aan longontsteking.

BANDENFILOSOFIE

Als je jezelf iets eigen wil maken, is het noodzakelijk aan de basis te beginnen. De eerste stap toont de verschillende mogelijkheden aan waarop alles steunt, nadien kun je het verder opbouwen, om zo een zekere kennis te verwerven.
Het is een systematische opbouw, in stijgende lijn.

KYU -GRADEN

6 KYU – ROKKYU – WIT
De beginneling, die nog zuiver van geest is en die niets weet

5 KYU – GOKYU – GEEL
Geel is de kleur van goud, dat in de grond rust en duidt op het zware werk dat er nodig zal zijn om te kunnen slagen

4 KYU – YONKYU/SHIKYU – ORANJE
Oranje is de kleur met de vraag om doorzetting, de vraag om volharding om tot iets te komen in de jiu-jitsu

3 KYU – SANKYU – GROEN
Groen vertegenwoordigt de groene kleur van de planten en de bomen
en duidt op de groei en de wil om nog verder te groeien naar grotere hoogte

2 KYU – NIKKYU – BLAUW
Blauw is de kleur van de hemel, welke hoger gelegen is dan om het even welke boom. Een hoogte die waard is om te bereiken

1 KYU – IKKYU – BRUIN
Bruin duidt op de gloei van de zon, hoger gelegen dan de hemel; die door haar gloei de bron is van alle leven, alle groei en alle warmte

DAN-GRADEN

ZWART
Zwart is de combinatie van alle kleuren van de wereld, die nog duidt op de onvolleerdheid van de drager ervan. Elke drager van een Dan erkenning zal trachten
het weinige dat hij kent nog te verrijken en dit na vele jaren over te dragen op zijn volgelingen.

1 SHODAN
2 NIDAN
3 SANDAN
4 YONDAN
5 GODAN
6 ROKUDAN
7 SHICHIDAN
8 HACHIDAN
9 KUDAN
10 JUDAN
11 JUICHIDAN
12 JUNIDAN/SHIDAN

Alexander (Ito) en Maurice (Okita) Minne

Rond 1902 startte Alexander Minne met het geven van de eerste lessen Jiu Jitsu in België. Alexander werkte samen met enkele Japanse kampioenen zoals Taro Myake en Yukio Tani. Nadien neemt Maurice de fakkel van Alexander over.

https://en.wikipedia.org/wiki/Taro_Miyake

https://en.wikipedia.org/wiki/Yukio_Tani